Dessert - Suikerwafels volgens Piet Huyzentruyt

Werkwijze:
-
Los 50 g verse gist samen met 15 g boter op in 150 ml lauw water.
De gist mag niet warmer worden dan lichaamstemperatuur, want dan verliest hij zijn kracht. Het water moet lauw aanvoelen. -
Meng 300 g bloem met 70 g suiker en maak er een kuiltje in.
Giet er het water met de opgeloste gist en boter bij. -
Voeg 2 eieren toe en meng het geheel tot een deeg. Doordat de boter gesmolten is neemt de bloem de eieren sneller op en krijg je een elastisch deeg.
Bestrooi het deeg met 200 g bloem -
Doe er een snuifje zout bij en leg ook 200 g zachte boter op dit deeg.
Die zal zorgen voor meer smeuigheid. -
Laat dit gedurende 15 minuten rusten.
-
Kneed het deeg zeer goed tot het niet meer aan je vingers kleeft.
Je kunt kneden met je handen of met een keukenrobot.
Wanneer je met je handen kneedt, mag je in het begin wat bloem toevoegen, maar niet te veel, want dan verander je het recept en krijg je taai en droog deeg! -
Laat het deeg rijzen.
Voeg pas op het laatst 300 g parelsuiker toe. Als je de parelsuiker mee zou kneden, wordt hij vochtig en verkruimelt hij. Dan zitten er geen suikerparels meer in de wafels -
Maak hoopjes van ongeveer 60 g.
Laat die nog eens 15 min. rijzen onder een natte handdoek. Dit laatste rijzen is zeer belangrijk als je echt luchtige wafels wilt. -
Bak ze goudbruin in een wafelijzer.
Zorg dat je wafelijzer heet genoeg is, zodat ze bruin bakken, maar niet aanbranden.

Laat de gist niet te warm worden.
Kneed het deeg tot het niet maar aan je vingers kleeft
Voeg de parelsuiker op het laatst toe, zodat je deze niet verbrijzelt
Met de helft van de ingrediënten heb je ook al veel wafels
Maak jouw eigen website met JouwWeb